Johan Bargeman en Diederik Roeterdink weten veel over de historie van karnhuisjes in de regio. Onlangs is er een nagebouwd en geplaatst bij Museumboerderij Eungs Schöppe. © Emiel Muijde
MARKELO – De karnhuisjes, wie kent ze nog? Begin jaren 1900 waren ze talrijk. Nu is er aan de zijkant van museumboerderij Eungs Schöppe een heus karnhuisje geplaatst.
Het huisje is gemaakt door studenten van de opleiding Technicus Hout en Restauratie van het ROC in Hengelo. Als opvolger van de karnton, waarin boerinnen met de hand boter karnden, deed het huisje als een van de eerste mechanische onderdelen dienst op de boerderijen. Met de hand duurde het karnen van boter drie uur, door deze innovatie was de boter in ruim een uur klaar. In het huisje werd een tredmolen geplaatst waarin een ‘karnhond’ liep, die daarmee de molen al lopend aandreef.
Kinderen
Overigens werden toen, als de hond niet in staat was, ook kalveren en vaker nog kinderen ingezet voor dit klusje. Ook in Markelo was er een aantal van dit soort huisjes. De boter was voor eigen gebruik en wat over was werd op een boterkarretje geladen. Getrokken door de karnhond liepen de boeren naar de Botermarkt in Deventer, waar het overschot verkocht werd.
Opleiding vol passie
Met de komst van de Coöperatieve Zuivelfabriek begin 1900, waren karnhuisjes in Markelo overbodig en brachten de boeren hun melk naar Stokkentreeft. „Ik ben erg blij dat het huisje herbouwd is en nu te zien is bij Eungs Schöppe”, zegt initiatiefnemer Diederik Roeterdink, voorzitter van Maarkels Landschap en lid van de Erfgoedcommissie Hof van Twente.
Het rad is origineel
In het huisje is een origineel rad geplaatst, dat uit de opslag van de Stichting Stadsherstel uit Almelo komt. De ‘ombouw’, het houten huisje om het rad heen, is gereconstrueerd door studenten van de opleiding Technicus Hout en Restauratie, onderdeel van RIBO (restauratie en innovatie in de bouw in Overijssel.) Twan, Koen en Alf zijn drie van hen en hielpen het karnhuisje op de plek te zetten.
Historisch besef
„Bij ons zijn zestig leerlingen die vol passie hun opleiding volgen”, vertelt Alfred Wevers, docent. „Ze mogen zelf kiezen waaraan ze werken. Voor deze heren was dat dit project, maar we bouwen ook meubels en huizen en gaan nu bijvoorbeeld aan de slag met een molen in het Open Lucht Museum in Arnhem. Het is belangrijk om mensen historisch besef bij te brengen.”
Het karnhuisje bevat behalve originele elementen als een slot en het rad ook nieuwe. „Maar we hebben ons best gedaan om ook bijvoorbeeld ‘nieuwe-oude’ spijkers te gebruiken”, vertelt Wevers.
Nog beeldender
Willemien Schoneveld, voorzitter van Eungs Schöppe, is heel blij met de nieuwe aanwinst. „Ons doel is om het cultureel erfgoed van Markelo te behouden en mensen de historie te laten zien. Het karnhuisje past hier naadloos in. We hadden al een karnton om te laten zien, maar dit is nog beeldender. We zijn van plan om volwassenen, maar voornamelijk kinderen te leren over het ontstaan van boter en karnemelk. Het karnhuisje is mooie pr voor ons museum.”
Roeterdink is er al net zo trots op. „De cirkel is mooi rond: op de plek waar ooit de zuivelfabriek stond, aan het Kaasplein, is nu een karnhuisje te bekijken.”